Nieuws

Het is nog nooit zo druk geweest, zei Jan Huijgen (voorzitter Ark&Eemlandschap) toen hij de meer dan honderd aanwezigen verwelkomde in zijn Eemlandhoeve in Bunschoten. De belangstelling voor het Nationale Landschap Eemland & Arkemheen blijkt heel groot, aldus Huygen. De bijeenkomst was belegd voor de “Positionering en Statementbepaling” van het nieuwe Nationale Landschap Eemland & Arkemheen.

Wouter van Dieren, directeur van het Instituut voor milieuvraagstukken, ging op boeiende wijze in op de vraag, wat gebiedsbewoners in zo’n Nationaal Landschap kunnen doen. De milieuexpert omschreef verder dat door het veranderde klimaat ook hier de bodem in 2050 door indroging een halve meter zal zijn gedaald. Zijn motto was om daar rekening mee te houden en om grootse toekomstplannen te maken, vooral om er samen uit komen. Iedereen, boeren en burgers kunnen niet buiten elkaar en moeten erbij worden betrokken. Van Dieren: “Zelfs de koeien moeten weer naar buiten om het gras kort te houden want daar houden de meeste weidevogels van. Denk dan aan o.a. ganzen die absoluut geen lang gras eten. Ook die kunnen dus niet buiten elkaar.”

Daarna was het de beurt aan gedeputeerde de heer J. P. Lokker. Hij kon namens het Utrechtse provinciebestuur volmondig ‘JA’ zeggen tegen dit zeldzaam mooie Nationale landschap met zijn open charme. Lokker: “Er staan voor u grote uitdagingen en kansen voor de deur met dit nieuwe Nationale Landschap. Grijp deze kansen.”

Onder aanvoering van Bunschoter-wethouder Wim Huijgen, die heel veel gaat doen voor dit Nationale Landschap Eemland & Arkemheen, brandde in de zaal de discussie los. Het blijkt dat voor sommigen de nieuwe ontwikkelingen even wennen zijn, maar één ding staat vast; het landschap zal er nog mooier door worden en van woningbouwprojecten zal geen sprake meer zijn.

Foto’s: Arjen Gerritsma