Nieuws

Stichting Behoud de Eemvallei wint rechtszaak stillegging baggerdepot

Provinciale stillegging duurde maar even
Het lijkt soms wat verwarrend m.b.t. de stilleggingen van het baggerdepot Baarn. De laatste stillegging vond plaats op 1 oktober 2013 door toepassing van rauwelijkse bestuursdwang door Gedeputeerde Staten van Utrecht, omdat de ontheffing van de Provinciale Landschapsverordening nog niet was afgegeven. Die stillegging duurde echter maar een paar dagen, doordat Gedeputeerde Staten de ontbrekende ontheffing op de dag van de rechtszitting d.d. 8 oktober 2013 alsnog verleende. Nu is de aanleg en het gebruik van het baggerdepot om een andere reden stilgelegd.

Rechterlijke stillegging t/m de einduitspraak
De Stichting Behoud de Eemvallei ging op 8 oktober jl. namelijk naar de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland om te voorkomen dat het baggerdepot gevuld zou worden met 65.115 m3 verontreinigde bagger uit de Eem. De advocaat van de Stichting, mr. Jasper M.Neefe, bepleitte daar een schorsing van de aan Geologistiek bv verleende omgevingsvergunning. Daarmee zou het baggerdepot Baarn, aan de Eemlandsweg tot en met de rechterlijke uitspraak op het beroep van de Stichting onmiddellijk worden stilgelegd. Advocaat mr. F.P. van Galen van de tegenpartij Geologistiek bv probeerde de argumenten van de Stichting met zijn argumenten te bestrijden.

Uit de uitspraak van de Voorzieningenrechter d.d. 14 oktober 2013 blijkt dat zij inderdaad heeft geoordeeld dat de Stichting een spoedeisend belang heeft. Geologistiek bv wilde namelijk de behandeling van de inhoudelijke beroepszaak niet afwachten maar zo spoedig mogelijk starten met baggerwerkzaamheden en het vullen van het baggerdepot.

Rechter: Geen schorsing kan leiden tot onomkeerbare gevolgen
Volgens de Voorzieningenrechter kan het achterwege laten van een schorsing van de omgevingsvergunning leiden tot onomkeerbare gevolgen, omdat de vergunninghouder Geologistiek bv direct het baggerdepot zou gaan vullen en er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de kwaliteit van de bagger enerzijds en de kwaliteit van de ontvangende bodem anderzijds. Mogelijk is dan sprake van strijdigheid met het bestemmingsplan dat uitgaat van behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke en natuurwaarde in het gebied, alsmede openheid. Geologistiek bv had hier slechts tegenover gesteld dat zij schade zou lijden als gevolg van een schorsing van de omgevingsvergunning. In het kader van een belangenafweging kende de Voorzieningenrechter meer gewicht toe aan de onomkeerbare gevolgen dan de door Geologistiek bv gestelde schade. Deze schade achtte de Voorzieningenrechter niet aannemelijk. De inhoudelijke (bodem)procedure voor een meervoudige kamer van de rechtbank zal meer duidelijk moeten verschaffen omtrent de vraag of de omgevingsvergunning door B&W van Baarn had mogen worden verleend. Ook komt dan het beroep van de Stichting aan de orde tegen de weigering van B&W van Baarn om handhavend op te treden.

Stichting voert nieuwe beroepsgronden aan m.b.t. baggerkwaliteit
Intussen heeft de Stichting nog nieuwe beroepsgronden aangevoerd met betrekking tot de kwaliteit van de bagger. De Stichting twijfelt aan de onafhankelijkheid en objectiviteit van de gebruikte onderzoeksrapportages (baggermonsters) van Van der Zwaan bodem & waterbodem projecten bv. De oprichter, naamgever en aandeelhouder van dit bedrijf treedt op (ook op de rechtszitting) als adviseur van Geologistiek bv, waarvan hij middels zijn bv Benshol ook bestuurder is. Van der Zwaan en Geologistiek zijn bovendien op hetzelfde adres gevestigd, zo blijkt uit gegevens van de Kamer van Koophandel. Deze nieuwe beroepsgronden zullen in de bodemprocedure worden meegenomen.