Nieuws

Een eeuw geleden, de Watersnoodramp 13/14 januari 1916 in de Eemvallei

Vanaf de 12e eeuw legde de bevolking voor haar eigen veiligheid langs de Eem maar ook langs de Zuiderzeekust bij Eemnes en Bunschoten, zeedijken aan. De bevolking in de Eemvallei moest tegen dreigend zeegeweld worden beschermd.


klik op het kaartje voor een vergroting

De dagen voor 13 januari 1916 had een noordwesterstorm het water van de Zuiderzee al hoog opgestuwd. Maar bij de stormvloed van de Zuiderzee op 13 en 14 januari 1916 was het keihard raak, het zeewater beukte hard tegen de soms te lage en zwakke dijken. Ze verzwakten van binnenuit en begaven het plaatselijk. Het ontaardde in één van de ergste overstromingen in de Eemvallei.

Het was ook nog eens tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) dat Eemnes, Eembrugge, Bunschoten, Spakenburg en Baarn en zelfs Amersfoort het voor hun kiezen kregen. Het zeewater stond tot in de straten van Amersfoort. De watersnoodramp veroorzaakte alleen grote materiële schade.


klik op het kaartje voor een vergroting

Op de krantenfoto is de boerderij Bouwmeester aan het Zuidereind 29 in Baarn te zien waar de dijk geheel was verdwenen en de boerderij ruïneerde. Net over de dijk was daar door het kolkende water een waai ontstaan die er nog steeds is.

Na deze ramp vonden er in 1921 en 1926 opnieuw overstromingen plaats. Ze leidden in 1927 tot de start van de Zuiderzeewerken. De aanleg van de Afsluitdijk damde de zoute Zuiderzee af waardoor het IJsselmeer ontstond dat steeds zoeter werd. Na inpoldering van Zuid-Flevoland vormde zich aan de noordgrens van de Eemvallei het Eemmeer, een restant van de vroegere Zuiderzee.

Filmpje RTV Utrecht over de overstroming