Nieuws

Stichting komt in rechtszaak op voor vermaalde jonge weidevogels

Woensdag 2 december 2009 was de stichting Behoud de Eemvallei gedagvaard voor een Kort Geding bij de bestuursrechter van de Rechtbank te Utrecht. De boer die op 13 mei van dit jaar tientallen weidevogels vermaalde in zijn grasmachine in de Eemerwaard, had de stichting laten dagvaarden. Hij eiste verwijdering van de betreffende informatie d.d. 13.05.09 en 27.05.09 van de website van de stichting en rectificatie in kranten. (voorbedoelde twee artikelen zijn m.i.v. 7 januari 2010 i.v.m. vonnis d.d. 16 december 2009 van voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht verwijderd)

De boer beweerde tijdens de zitting dat er in de Eemerwaard geen weidevogels zaten terwijl hij eerder verklaarde twee nesten te hebben beschermd waarvan de stichting wist dat dit niet was gebeurd. De stichting wist ook dat er 4 gruttonesten en 2 kievitsnesten zaten. In elk nest zitten dan 3 of 4 jonge weidevogels, dus totaal 18-24 stuks.

De stichting bracht tijdens de rechtszitting tevens betrouwbare informatie naar voren dat de boer voordat hij met het grasmaaien op 13 mei was begonnen, helemaal geen veldinspectie op weidevogelnesten had uitgevoerd. Hij was direct gaan maaien en had via de ruit van zijn tractor gekeken of er weidevogels waren. Hij had niets gezien terwijl notabene de grutto-ouders de tractor aanvielen.

Over de vangnetten waarmee de zoon van de boer met een weidevogelbeschermer op 27.05.09 door het weiland had gelopen, verklaarde de boer dat dit niet het geval was geweest. De stichting vermoedde dat men jonge weidevogels wilde wegvangen voordat met het verder maaien die dag zou worden gestart. Foto’s daarvan werden door de stichting aan de rechter getoond.

In gruttoland Nederland is de stand van deze vogelsoort dramatisch afgenomen. In 1990 waren er nog 100.000 broedparen terwijl hun aantal in 2008 naar 56.000 was gezakt. Bescherming is hard nodig omdat de soort wordt bedreigd door intensieve landbouwmethodes, zoals o.a. maaien in het broedseizoen dat van 15 maart tot 15 juni loopt.

De bestuursrechter doet op 16 december uitspraak.