Nieuws

Inspraak op “Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening” van VROM-minister Pronk

De ‘Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening’ van minister Pronk geeft aan dat ons land 300 à 400 vierkante kilometer land nodig heeft voor uitbreiding om woningen te bouwen. Rob Wiegers, de bekende ballonvaarder uit Soest sprak kortgeleden met een Ruimtelijke Ordening-expert, terwijl hij met een grote luchtballon boven Nederland zweefde: "Stoppen met huizen bouwen". Wiegers kent Nederland vanuit de lucht als zijn broekzak en is kennelijk bang is dat ons land één grote stad zal worden.

De stichting ‘Behoud de Eemvallei’ is van mening dat omtrek van de huidige (stedelijke) bebouwing (de zogenaamde rode contouren) in principe al vastligt. Hierbinnen is wel door meervoudig en slim grondgebruik veel te winnen. Bijvoorbeeld door de bouw van kantoren en seniorenwoningen boven winkelcentra. Door parkeerterreinen om te vormen tot parken en het aanleggen van ondergrondse parkeergarages. Door industrieterreinen te verdichten. En door nieuwe en bestaande infrastructuur bij voorkeur ondergronds aan te leggen.

Het fraai uitgevoerde boekwerk van de Vijfde Nota kan niet verdoezelen dat als deze voorstellen worden uitgevoerd, de publieke ruimte in Nederland verder zal verarmen. Een doorgeschoten decentralisatie van bevoegdheden zal ertoe leiden dat een duurzame inrichting niet tot stand komt. Van het groene en hoogwaardige gebied als de ‘Eemvallei’ moet men zeker afblijven. De stichting stuurde onlangs onderstaande inspraak in op de Vijfde Nota omdat de stichting nog wel een aantal opmerkingen wenste te maken.

Inspraaktekst stichting ‘Behoud de Eemvallei’

Met belangstelling en waardering heeft de stichting ‘Behoud de Eemvallei’ kennis genomen van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening.

Deze stichting stelt zich ten doel om de belangen te behartigen van het waardevolle landschap van de Eemvallei, het stroomgebied van de rivier de Eem tussen Amersfoort en het Randmeer (Eemmeer). Om die reden heeft de stichting ‘Behoud de Eemvallei’ bezien of de ‘Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening’ voldoende kansen en waarborgen bevat om de kwaliteit van dit landschap te dienen.

De stichting ‘Behoud de Eemvallei’ komt tot de volgende opmerkingen:

Geen goed overzicht van verschillende acties, procedures en rechtsmiddelen

Hoewel wel een poging wordt gedaan om inzicht te geven in het proces, is het proces toch niet erg inzichtelijk. Onduidelijk blijft hoe het Planologische Kern Beslissings-proces (PKB) zich verhoudt tot de inspanningen die lagere overheden moeten doen, en in welke tijdspanne dit is gepland.

De stichting zou graag zien dat in deel 3 inzichtelijker kan worden gemaakt welke producten door welke organisaties en in welke tijdspanne ‘op de rails’ moeten worden gezet. Wij hadden ook graag gezien dat daarbij wordt aangegeven welke inspraak en rechtsmiddelen bij de verschillende procedures open staan en in welke fase burgers en maatschappelijke groeperingen bij de verschillende processen worden betrokken.

Kansen voor beleid tot bescherming kwaliteit gebied Eemvallei

De stichting heeft zich medio 2000 schriftelijk gewend tot Gedeputeerde Staten van Utrecht om er voor te pleiten dat allerlei min of meer op zichzelf staande ontwikkelingen in het betreffende gebied, op een hoger schaalniveau toch in samenhang met elkaar worden bestudeerd op hun gezamenlijke effecten voor het leefmilieu.

Een samenhangende visie op de totale regio is daarbij dan een vereiste. Dit kan een nota zijn van de Rijksoverheid (bijvoorbeeld de aankomende 5e Nota), een streekplan of een meer specifieke gebiedsgerichte nota.

De 5e Nota nu geeft aanzetten die worden uitgewerkt in landsdelige visies en in een decentraal ruimtelijk programma. De stichting heeft Gedeputeerde Staten er op gewezen dat er reeds een meer specifieke gebiedgerichte nota beschikbaar is, waarin de beleidsrichting ten aanzien van na te streven structuren in het Eemland (Eemvallei) is aangegeven. In samenwerking met de gemeente Amersfoort en het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft Gedeputeerde Staten in 1997 opdracht verleend om een visie op te stellen voor de stadsgewestelijke groenstructuur van Amersfoort. Aanleiding daarvoor vormde de overeenkomst voor de VINEX bouwlocaties 1996, waarin is overeengekomen dat de provincie het initiatief zou nemen voor het opstellen van deze visie en daarbij de ruimtelijke ontwikkelingen vanaf 2005 te betrekken – en recreatieschappen- en pleit voor het behoud en de ontwikkeling van grote landschappelijke structuren. Deze visie, genaamd ‘Visie Regionale Groenstructuur Eemland & Vallei is tot stand gekomen in samenspraak met de betrokken overheden (ministerie, gemeenten en recreatie- en waterschap) en pleit voor het behoud en de ontwikkeling van grote landschappelijke structuren.

De stichting heeft ervoor gepleit om dit beleid door te laten werken in de aankomende bovenlokale planologische visie op dit gebied. Wij zien in de 5e Nota een groot aantal elementen die voortborduren op voornoemde Visie en welke in combinatie met elkaar tot een waarborg voor een kwalitatief hoogwaardige ruimte kunnen leiden. Voor de volledigheid is deze (structuur)Visie Regionale Groenstructuur Eemland & Vallei ter uwer informatie bijgevoegd (voor zover betrekking hebbend op de Eemvallei) met het verzoek om deze bestaande visie te betrekken bij de verdere beleidsvorming.

In de 5e Nota leest de stichting, ten aanzien van ‘de Eemvallei’ de volgende kwalificaties. In het kader van de cultuurhistorische waarden zijn de Polder Arkemheen en het gebied ten Oosten van Nijkerk (nabij Putten/Ermelo) aangewezen als ‘Belvedèregebieden’. De Eemvallei ligt op de rand van de nog nader te bepalen grens van het Groene Hart. De Eemvallei is specifiek aangeduid als ‘zeer open gebied’. De gebieden ten noorden van Eemnes en de polder Arkemheen, aangrenzend aan het randmeer, maken onderdeel uit van Vogelrichtlijngebieden. Het gebied ten noorden van Eemnes, de polders ten noorden van Soest, en polder Arkemheen vormen tevens ‘de bruto begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur’ (o.a. Veluwe en Utrechtse Heuvelrug). De Eemvallei bevindt zich in een gebied dat is aangewezen als ‘verbeteren ruimtelijke kwaliteit concentratie gebieden intensieve veehouderij (transformeren, verbeteren landschap, en leefbaarheid).

De in of aan de rand van ‘de Eemvallei’ gelegen plaatsen liggen in een gebied dat is aangeduid als ’te beschermen en ontwikkelen (bijzondere kwaliteiten), natuur, landschap en cultuurhistorie. Er is niet voorzien in de uitbreiding van bebouwd gebied met rode contouren. De Eemvallei is aangeduid als te ‘vernatten/ flexibel peilbeheer’. Een brede strook van 10 km breedte, die parallel loopt met het Randmeer wordt aangeduid als ’te ontwikkelen natuur en recreatie’. Op kaartbeeld 89 is het gebied ten noorden van Baarn en nabij Bunschoten aangeduid als gebied met grote capaciteit binnen indicatieve zoekruimte van retentiepolders en beekdalen.

Deze kwalificaties bieden goede aanknopingspunten voor een op kwaliteit gericht beleid. Er staan in de 5e Nota echter ook enige zaken die aangeven dat de kansen nog niet voldoende worden benut of waarbij intenties door contraire (economische) belangen zelfs worden bedreigd.

Bedreigingen, contraire beleidsstandpunten en gemiste kansen die alsnog benut kunnen/ moeten worden.

In de visie Landsdeel West van de 5e Nota wordt in het verhaal inzake de Deltametropool verwezen naar een kwestiekaart nr. 92 (pagina 227) waarop is aangegeven dat Amersfoort en Almere worden verbonden door een autosnelweg.

Het getekende tracé loopt ten oosten van Bunschoten, dwars door het in deze PKB deel 1, aangeduide ‘zeer open gebied’ en vlak langs het Belvedèregebied Arkemheen, dat eveneens is aangewezen als Vogelrichtlijn- gebied. Dat is een ontwikkelingsoptie die niet samen kan gaan en derhalve niet overeenstemt met de andere uitgangspunten van beleid!!

De stichting verzoekt dan ook om deze kwestiekaart nr. 92 niet op te nemen, dan wel de hierin opgenomen (weg)verbinding Amersfoort-Almere uit het kaartbeeld weg te laten. U weet immers dat kaartbeelden, ook al zou het hier een indicatieve optie betreffen, in de planvormingsprocessen toch snel een eigen leven gaan leiden.

U geeft aan dat in deel 3 zal worden bepaald welke gebieden in aanmerking komen voor groene contouren. De provincies zijn verantwoordelijk voor de ligging van de groene contouren. De begrenzing hiervan zoals vastgesteld door de provincie zullen door het Rijk te zijner tijd in de PKB Nationaal Ruimtelijk Beleid en het herziene structuurschema Groene Ruimte worden overgenomen.

De stichting zou, gelet op de hiervoor genoemde reeds bestaande (structuur) Visie Regionale Groenstructuur Eemland & Vallei alsmede de in de 5e Nota omschreven waarden van ‘de Eemvallei’ graag zien, dat thans reeds in deze PKB, ‘de Eemvallei’ wordt aangeduid als groen contourgebied.

U geeft aan dat er een robuuste ecologische verbinding moet komen tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Op basis van kaartmateriaal is er ergens nabij de Ede-Veenendaal één verbinding gedacht, hetgeen overigens op de kaart niet exact is te zien. Allereerst constateert de stichting dat die ene verbinding afwijkt met de twee verbindingen die zijn aangegeven in de Rijksnota ‘natuur voor mensen, mensen voor natuur’ (Nota natuur, bos en landschap in de 20e eeuw) van medio 2000. Daarin zijn op pagina 25 op de kaart, twee verbindingszones aangegeven!

Voorts maakt de stichting u erop attent dat het randmeer (Eemmeer en Veluwemeer) en een strook land van ongeveer 10 km ten zuiden daarvan (o.a. ‘de Eemvallei’ en de polder Arkemheen) reeds vrijwel een ecologische verbinding vormen tussen de Utrechtse Heuvelrug (Laren/ Blaricum/ Huizen) en de Veluwe (Ermelo/ Putten). De stichting pleit er daarom voor om zich niet te beperken tot alleen één of twee zuidelijke robuuste verbindingen (zoals aangegeven in de 5e Nota), maar om ten minste deze noordelijke al grotendeels bestaande droog/natzone als ecologische verbinding van de randmeren en de aanliggende gebieden als zodanig aan te duiden en te beschermen/ontwikkelen. Op deze wijze kan een extra verbinding tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe en verder worden gerealiseerd.

U geeft aan, dat het Groene Hart wordt aangewezen als Nationaal Landschap, binnen de bestaande begrenzing waarbij voor de onder 4.8 genoemde gebieden nog een nadere afweging zal plaatsvinden. Het is ons niet duidelijk wat wordt verstaan onder de in 4.8 genoemde gebieden. Wij kunnen deze paragraaf niet traceren. Volgens de 5e Nota ligt ‘de Eemvallei’ gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet in deze zone. De stichting pleit er voor om het gehele gebied van de Eemvallei dat z’n waarde juist ontleent aan het totale ensemble (inclusief het gebied Arkemheen) binnen de begrenzing op te nemen.

U geeft aan dat in 2001 zal worden nagegaan wat een juiste verhouding is tussen een opvang rond Utrecht en een mogelijke opvang in Zuidelijk Flevoland, mede in relatie met de algehele samenhang van de Deltametropool. Het Rijk maakt een keuze tussen deze opties bij de vaststelling van deel 3 van de PKB.

De stichting pleit er uitdrukkelijk voor om bij deze keuze inzake de noodzaak van uitbreidings-locaties ernstig rekening te houden met het belang van de leefbaarheid, beleefbaarheid en de kwaliteit van de totale leefomgeving waaraan het unieke open landschap van ‘de Eemvallei’ een zeer belangrijke bijdrage levert aan de Oostflank van de Randstad.

De stichting begreep dat in het kader van de 5e Nota, een Ruimtelijke Verkenning zal worden opgesteld inzake de ontwikkelingsopties en hun consequenties voor de mogelijke uitbreiding van luchthaven Schiphol met een zesde en zevende start/landingsbaan. In die Ruimtelijke Verkenning wordt ook een visie neergezet op de ontwikkeling van Schiphol en de consequenties daarvan voor de omliggende omgeving.In dat kader vragen wij u thans reeds nota te nemen van het feit dat een groot deel van de Eemvallei alsook de bossen nabij Baarn door de provincie Utrecht zijn aangewezen als ‘stiltegebied’. Het is voor de beleving van die stilte essentieel dat de invlieg en uitvliegroutes van Schiphol niet boven dit gebied worden geïntensiveerd.

De stichting vertrouwt erop dat onze opmerkingen worden betrokken in uw heroverweging en ertoe kunnen bijdragen dat -meer nog dan nu reeds in de 5e Nota is aangegeven- de kwaliteit van ‘de Eemvallei’ als oase van rust en ruimte aan de Oostflank van de drukke Randstad kan worden gewaarborgd en ontwikkeld.

Een kopie van deze reactie hebben wij, ter kennisneming, gestuurd naar Gedeputeerde Staten van Utrecht, de gemeentebesturen van Amersfoort, Baarn, Blaricum, Bunschoten, Eemnes, Soest, Nijkerk, alsmede het Gewest Eemland.

Zie: http://www.minvrom.nl