Donderdag 6 september deed de rechtbank Utrecht een tussenuitspraak in een door de Stichting Behoud de Eemvallei aangespannen procedure. De stichting is van mening dat de heer B. Schoenmaker als exploitant van de golfbaan Hoogland-West ten onrechte geen zogenaamde ‘Verklaring van geen bedenkingen’ m.b.t. de Flora- en faunawet bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) heeft aangevraagd. Deze verklaring is absoluut nodig bij het verlenen van de gemeentelijke Omgevingsvergunning voor de golfbaan. Ook B&W van Amersfoort hebben hieraan geen aandacht besteed en een verkeerde procedure gevolgd.
In haar uitspraak stelt de rechtbank de Stichting daarin in het gelijk. B&W krijgen nog wel de kans om de rechtbank binnen twee weken te laten weten of zij gebruik wensen te maken van de gelegenheid om het geconstateerde gebrek te herstellen. Indien B&W daarop ingaan, dienen zij zich daarna binnen twee weken tot de Minister van EL&I te wenden met het verzoek om een verklaring van geen bedenkingen.
De rechtbank ziet voorts – in afwachting van de verklaring van geen bedenkingen – aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen, die inhoudt dat de Omgevingsvergunning is geschorst voor wat betreft de activiteit kappen in het noordelijk deel van het projectgebied, ten noorden van de Male Wetering. Uit een in opdracht van B&W uitgevoerd ecologisch onderzoek blijkt namelijk dat bepaalde houtopstanden in het gebied belangrijke foerageerroutes vormen voor de in het gebied aanwezige vleermuizen. Deze schorsing loopt door tot zes weken na de dag waarop de rechtbank (eind)uitspraak doet op het onderhavige beroep.
Maar wat zich nu heeft voorgedaan is te triest voor woorden. Er waren eerder illegaal een honderdtal bomen gekapt, maar nu heeft Schoenmaker nog voordat de rechtbank uitspraak deed de resterende bomen gekapt. Dit getuigt van weinig respect voor de natuurwaarden in het gebied en minachting van de rechtbank. Kennelijk knijpen B&W ook steeds een oogje toe en wordt er niet gehandhaafd.
Twee andere uitspraken die gelijkertijd plaatsvonden, betroffen het beroep van de Stichting tegen een Watergunning m.b.t. twee bruggen over de Male Wetering alsmede een voorlopige voorziening tegen de keurvergunning. De rechtbank vond dat beroep en het verzoek ongegrond en wees het af.
Recente reacties